Tien belangrijke principes voor jou:
Zehn wichtige Sätze für Dich
1
Je hebt nu een huis.
Du hast jetzt ein Zuhause.
2
Dit is niet toevalig en niet vanzelfsprekend.
Das ist kein Zufall, aber auch nicht selbstverständlich.
3
Je hebt nu een familie.
Du hast jetzt auch wieder eine Familie
4
Wij helpen en vertrouwen elkaar.
Wir helfen einander und vertrauen einander
5
Wij liegen niet, stelen niet en gaan niet vechten met elkaar.
Wir belügen uns nicht, stehlen nicht, und schlagen uns nicht.
6
Iedere familie heeft haar eigen vaste regels.
Jede Familie hat feste Regeln
7
Voor zolang dat je deze regels houdt kan je bij ons bleven zolang je dat wilt.
Wenn Du diese Regeln einhälst, darfst Du solange bleiben, wie Du willst.
8
De pater en zijn vrienden zijn ook jou vrienden.
Der Priester und seine Freunde sind auch Deine Freunde
9
Als je een probleem hebt, vertel het aab hen en ze zullen altijd bij jou blijven.
Wenn Du Kummer hast, sag es ihnen, sie sind immer für Dich da.
10
Wij danken God dat wij Zijn kinderen mogen zijn en dat Hij voor ons zorgt.
Wir danken dem lieben Gott, daß wir seine Kinder sein dürfen und ER für uns sorgt.
|